|
(docu 0376) Na enkele dagen rust bezocht prins Bernhard op donderdag 5 januari 1950 een filmvoorstelling aan boord.
Op vrijdag 6 januari 1950 werd het weer slechter en moest alles zeevast worden gezet.
(foto 7342) Door prins Bernhard werd de bemanning van de Doorman toegesproken en werd de allereerste Kadopost geopend aan boord van de Doorman. Ontvangen van Cor van Griensven.
(foto 6206) Het logo voor de eerste Kadopost van het vliegkampschip Karel Doorman.
OP REIS MET DE MARINE
Dwaaltochten door de Karel Doorman
Aan boord Hr.Ms. Karel Doorman, 9 januari 1950.
Sedert maandagavond de loods, even buiten de pieren van Hoek van Holland, Hr.Ms. Karel Doorman heeft verlaten en het leven aan boord, in zijn eigen beslotenheid, zijn maatslag heeft gekregen – maatslag, waarvan de regelmatigheid kort voor een vertrek nu eenmaal altijd door de geweldige drukte wordt verstoord – beweegt het vliegkampschip zich, een strakke, schuimende vore door de golven trekkend, gestadig in Zuidwestelijke richting. Het leven aan boord is als dat op een klein eiland, ergens midden in de Oceaan. Bij verschillende rondgangen – eerlijkheidshalve zou ik beter kunnen spreken van dwaaltochten – door het schip, heb ik een indruk gekregen van de geweldige omvang en de samengesteldheid der werkzaamheden, die door de 1100 leden der bemanning wordt verricht. Bij elk trapje dat men bestijgt, in elke gang van het doolhof, achter elk schot, achter elke deur, openen zich weer nieuwe aspecten. Dwaaltochten, die binnen enkele ogenblikken tijds leidden van de polaire koude der diepvrieskamers tot de verzengende, tropische hitte der machinekamers, wandelingen die begonnen bij het kombuis, langs bakkerij, groenteschoonmakerij, bottelarij, wasserij, strijkerij en kleermakerij, die hier aan boord evenmin ontbreken als ziekenzalen, operatiezalen, apotheek, barbier, postkantoor, telegraafkantoor, toko, laboratoria van foto- en filmdienst, kerk, recreatieverblijven, zoetwaterfabriek, smederij, provoost, telefooncentrale, radiocentrale, kledingmagazijn, schoenmakerij en meteorologisch-bureau, om maar eens enkele punten te noemen. (Ik beperk mij voorlopig uitsluitend even tot de civiele zaken en kom later tot de eigenlijke marine-aangelegenheden.)
En bij al die bezoeken, van commandobrug tot stokersverblijf wordt men immer vriendelijk en hoffelijk ontvangen, zodat men zich, ook als buitenvogel – gelijk men bij de Marine burgers wel eens pleegt te noemen – geheel thuis en op zijn gemak voelt. Maar als ik mij, zoals gisterenavond, naar de toko wil begeven, teneinde aldaar enige scheermesjes te bemachtigen, dan verdwaal ik, koppig volhoudend, dat het nu eindelijk eens tijd wordt om zelfstandig de weg te vinden, onherroepelijk, en kom, ver na sluitingstijd, bij deze scheepswinkel. Gelukkig heeft een adelborst mij nu een plattegrond verstrekt, zodat het ook niet meer behoeft voor te komen, dat ik, lust gevoelend tot een wandeling in de frisse lucht, mij na lang en vruchteloos zoeken tot een matroos moet wenden met de vraag:
“Waar is de zee?”
Er zijn op dit schip dan ook maar liefst zeven, boven elkaar gelegen, dekken: vliegdek – galerijdek – hangardek – hoofddek – tussendek – koebrugdek – waaronder zich het onderkoebrugdek bevindt, dat met de dubbele bodem, waarin zich allerlei tanks bevinden, het zevende dek vormt. Men houdt op zee alle patrijspoorten van alle dekken tot en met het hoofddek, immer zeevast gesloten, zodat daar dag en nacht het electrisch licht brandt. Men ziet de zee dus vrijwel niet en merkt eigenlijk nauwelijks dat men vaart.
Het weer heeft zich tot nu toe zeer goed gehouden en de lange oceaan deining heeft vrijwel geen invloed op het schip. Dit is dan, in korte trekken mijn eerste indruk van het leven aan boord van Hr.Ms. Karel Doorman, het leven in een kleine maatschappij, waarvan elk der elfhonderd leden, zij eigen nauw omschreven taak heeft.
Uit NRC, 10 januari 1950.
Op woensdag 11 januari 1950 is het weer al weer aardig opgeknapt. Ook de bemanning oogde weer beter dan tijdens het behoorlijk bewegen van het vliegkampschip. Bij deze gelegenheid werd het ras drukker op het vliegdek en werd deze bezit van de sportbeoefenaars, wandelaars en kijkers. Er werd onder andere ook een schiet wedstrijd georganiseerd. De strijd ging tussen de marine officieren van het vliegkampschip en de prins met een aantal landmacht officieren, welke zich als gast aan boord bevonden. De landmacht officieren bleken echter beter geoefend in het gebruik van een vuurwapen, waardoor de marine officieren de verliezende partij werden. Voor een ieder was het verblijf aan boord aangenamer geworden.
(foto 4099) ZKH Prins Bernhard tijdens een schietwedstrijd aan boord van de Doorman. De aan boord aanwezige landmacht officieren werden de winnaars. Foto ontvangen van Rob Selgert.
(foto 4104) ZKH Prins Bernhard tijdens het sporten op het vliegdek. Foto ontvangen van Rob Selgert.
(docu 0375) Op vrijdag 13 januari 1950 om 11.30 uur passeerde het smaldeel de Kreeftskeerkring.
(foto 7351) Kaart met daarop aangegeven de Kreeftskeerkring.
Het smaldeel bevond zich nu in de tropen en was het wisselen van het Europese tenue in het tropen tenue. Even wennen aan de witte benen onder de kaki korte broek. Om verlost te woden van deze “melkflessen” zou er nog genoeg zon en tijd komen om het kleurenschema op niveau te brengen.
Op zaterdag 14 januari 1950 liep het smaldeel de baai van Ponta Delgado binnen, waar het vliegkampschip voor anker ging.
(docu 0373)
(foto 7352) Zicht op de haven van Ponta Delgada.
(foto 7353) Opname van de haven van Ponta Delgada omstreeks het jaar 1950.
Op maandag 16 januari 1950 arriveerde het smaldeel nabij Puerto Rico, waar het welkom werd geheten door de kruiser USS Worcester.
(docu 0374)
(foto 5633) Aankomst van Hr.Ms. Karel Doorman te Puerto Rico, gezien vanaf het fort “El Morro” in San Juan. Foto Nationaal Archief.
(foto 0840) Het fort “El Morro” bij het binnen varen van de havenstad San Juan op het eiland Puerto Rico.
(foto 6026) De Amerikaanse kruiser CL 144, USS Worcester voor de haven van San Juan op Puerto Rico. Op de achtergrond een scheepswrak, zie ook de havenfoto’s van San Juan tijdens de Westreis in 1964.
Hierna voer het smaldeel de de haven van San Juan binnen. Hier werden voorbereidingen getroffen voor het overzetten van de Dakota naar de vaste wal van Puerto Rico. Het was de bedoeling dat de Prins vanaf hier zijn reis zou voortzetten per Dakota. Hiertoe was een speciale contructie ontworpen en gemaakt bij Fokker in Nederland. Door een te heftige rukbewging van de kraandrijver brak de verbinding tussen kraan en de T-balk constructie waardoor deze balk op de ‘rug’ van de Dakota viel, met de nodige schade tot gevolg.
(foto 4105) De Dakota van ZKH Prins Bernhard hangt aan een speciale T-balk van een kraan in de haven van Porto Rico. Foto uit De Dikke Boot van Arie Hoog.
(docu 0377)
(foto 4106) De Dakota en geheel rechts ZKH Prins Bernhard nadat de Dakota uit de hijskraan terug is gevallen op het vliegdek. De Dakota werd beschadigd door de neervallende T-balk. Foto uit De Dikke Boot van Arie Hoog.
(foto 4101) Na alle eerste perikelen kon de Dakota alsnog van boord getakeld worden door de Portoricaanse kraanmachinist. Foto ontvangen van Rob Selgert.
San Juan (Porto Rico) 16/1 (Reuter) Bij het uitladen van de Dakota van prins Bernhard is het toestel beschadigd waardoor de prins per schip naar Curaçao zal moeten reizen in plaats van in zijn eigen vliegtuig. Prins Bernhard verklaarde dat hij op Curaçao een ander vliegtuig in gebruik zal nemen waarmee hij zijn reis door Zuid Amerika zal kunnen voortzetten.
DAKOTA VAN PRINS BERNHARD LOOPT HERNIA OP.
De Dakota van ZKH.prins Bernhard had, voordat het toestel te Rotterdam aan boord van Hr.Ms.Karel Doorman werd gehesen, een anti-corrosie behandeling ondergaan ter bescherming tegen water- en weersinvloeden. Na het vertrek op 2 januari 1950 waren vliegtuigmakers dagenlang bezig om die beschermlaag te verwijderen en het toestel weer op te poetsen. Prima gelukt. Bij aankomst in Porto Rico glom de Dakota als een auto die een wasserettebeurt heeft ondergaan. Het leverde de poetsers een Koninklijke handdruk en Koninklijk potje bier op Alles was aldaar in gereedheid gebracht om de Dakota te debarkeren want de Prins zou vanuit Porto Rico zijn reis vervolgen naar Zuid Amerika. Tot zover verder geen bijzonderheden. Op de kade een nogal scharrige hijskraan met aan de bedieningshendels een dikke Portoricaan. Aan boord werd het toestel hijsklaar gemaakt middels stalen kabels welke gespreid werden gehouden door een zware T -balk. De strop van de kabels werd aan de haak van de kraan bevestigd en onder het toeziend oog van de Prins en vele toeschouwers aan boord en aan de wal zette de dikke Portoricaan zijn kraan, op aanwijzing van de man bij de Dakota, in werking. Daar ging het toestel. Ogenschijnlijk rustig (insiders hadden daar een andere mening over) want nadat het toestel ongeveer een meter was gehesen kwam de klap. De hijskabel brak en de Dakota viel terug op dek. De val van zo'n hoogte zal wel niet zoveel pijn hebben gedaan want een vliegtuig krijgt wel meer te verduren, maar een zware T -balk op je dak dat doet pijn wat tot gevolg had dat de Dakota een soort hernia opliep. De Prins deed het ook pijn want hij slaakte een soort opmerking die we als marinemannen onder elkaar ook wel eens gebruiken als iets niet goed gaat. Uiteindelijk is het toch gelukt het vliegtuig van boord te krijgen maar de Prins ging niet. Het reisschema werd aangepast.De Prins bleef aan boord en het vliegtuig van de Prins kwam, nadat het provisorisch vlieggereed was gemaakt, naar Curaçao waar het aldaar weer volledig werd gerepareerd.
|
(foto 4098) ZKH Prins Bernhard, al weer enigzins bijgekomen van de schrik en teleurstelling, aan boord van de Doorman na aankomst in San Juan. Foto ontvangen van Rob Selgert.
(foto 4619) Ook de opvarenden konden voor het eerst massaal gaan passagieren in het tropentenue. Gereed voor een lange wandeling naar de stad San Juan.
|
(foto 6025) Nadat we waren aangemeerd bij de Amerikaanse marinebasis bij San Juan mocht er gepassagierd worden. Het was tropisch heet en de stad lag ver van de basis. We hadden vòòr het winterverlof ons maandgeld ontvangen, dus niemand had nog een cent op zak . De basis stond vol met taxi's, want de Amerikanen liepen niet naar de stad, maar lieten zich rijden. Alle chauffeurs dropen teleurgesteld af. Op een gegeven moment kwam er één naast ons groepje rijden, liet ons instappen en naam ons gratis mee naar de stad. Daar stond een reporter van het Nederlandse bioscoopjournaal te wachten op de eerste Doormanpassagiers en nam ons onder schot. Daardoor verschenen wij in Holland in het bioscoopjournaal. Een bevriende filmoperateur heeft er voor mij een stukje uitgeknipt en dat is dus de oorsprong van deze bijgevoegde foto. Tekts en foto ontvangen van Jan Wisse.
|