De Doorman had een behoorlijke verbouwing en modernisering achter de rug met o.a. een stoomkatapult, een hoekdek, nieuwe remkabel installatie, nieuw eiland en radar systemen, een deklanding spiegel installatie en een verbeterde accommodatie aan boord. Een cafetaria systeem voor de maaltijden ipv het bakkensysteem met zeuntje. Vaste bedden ipv hangmatten.
Ook was afscheid genomen van de Fireflies en Seafuries. Aan boord nu de Avengers en toetreding tot het straaljager tijdperk door de Sea Hawks. Er waren echter alweer nieuwe plannen voor de wisseling van het vliegtuigtype aan boord van de Doorman in relatie tot de hoofdtaak van het vliegkampschip, namelijk de onderzeebootbestrijding.
Er zou deze reis namelijk ook getest worden of de Doorman geschikt was voor het onderzeeboot bestrijding vliegtuig de Grumman Tracker. Deze reis ook twee Sikorsky S-55 helikopters van vsq 8 als 'plane-guard' tijdens de vliegoperaties aan boord. Verder ook de eerste Westreis met als escorteschepen de onderzeebootjagers van de Holland- en Friesland klasse.
Het smaldeel zou deze reis bestaan uit de navolgende schepen:
(foto 6566) Hr.Ms. Karel Doorman met Avengers, Sea Hawks en de Sikorsky S-55 aan boord in 1959 tijdens de 3e Westreis.
Als vlaggeschip het vliegkamschip Hr.Ms. Karel Doorman met als commandant de ktz H. van Oostrom Soede (die in totaal meer dan vier en een half jaar aan boord diende als 1e officier, als commandant en als eskadercommandant ter vervanging van de smaldeelcommant) en als smaldeelcommant de commandeur A. van Karnebeek;
(foto 5169) De commandant van Hr.Ms. Karel Doorman, de ktz H. van Oostrom Soede. Foto internet.
(foto 5176) De smaldeelcommandant A. van Karnebeek op de commandobrug, gelegen boven de navigatiebrug. Foto internet.
De onderzeebootjagers Hr.Ms. Gelderland (Holland-klasse) en Amsterdam (Friesland-klasse) en de onderzeeboot Hr.Ms. Zeeleeuw.
(foto 0248) Hr.Ms. Gelderland in volle zee als escorte van het vlaggeschip Hr.Ms. Karel Doorman. Foto internet.
(foto 0204) Hr.Ms. Amsterdam in volle zee. Foto ontvangen van Johan Koerts
(foto 0202) De onderzeeboot Hr.Ms. Zeeleeuw in volle zee. Foto ontvangen van Rinus peperkamp.
Aan boord geëmbarkeerd de vsq 2 met Avengers, vsq 860 met Sea Hawks en vsq 8 met de Sikorsky S-55 helikopters.
(foto 4285) Avenger A-16 voor de kust. Foto ontvangen van Johan van Genderen.
(foto 0415) De Sea Hawk 6-61 boven land. Foto ontvangen van Gerard Haas.
(foto 2726) De Sikorsky S-55 “Cleopatra” gaat landen. Foto ontvangen van Gijs van Dijk.
Alvorens het smaldeel op dinsdag 13 januari 1959 zou vertrekken was er op maandag 12 januari 1959 nog een 'ouderdag' aan boord van Hr.Ms. Karel Doorman, waarbij familie en vrienden uitgebreid kennis konden maken met het schip en afscheid nemen van de bemanningsleden. Gezien de weersomstandigheden in Nederland en het doel van de reis, mogelijk met enige jaloezie en/of afgunst. Ja je kiest voor de marine, of niet!
Op dinsdag 13 januari 1959 was het dan zover dat het smaldeel ging vertrekken. Hr.Ms. Zeeleeuw was enkele dagen eerder vertrokken.
Een vlot vertrek van Hr.Ms. Karel Doorman werd het niet. Op de eerste plaats werkten enkele winterse sneeuw buien tegen en verder werd een verwoede straat geleverd met de ankerketting waaraan de Doorman lag vastgeketend aan de boei.
De commandant werd hier best nerveus van omdat het vertrek van de Doorman uit de haven van Rotterdam mede aan tijd gebonden was. Na ijsberend de scheepsklok in het oog houdend, nam de commandant een besluit. Dan moest de ankerketting maar achterblijven en hij gaf opdracht deze te kappen. Nadat dit was gelukt kon de Doorman, met achterlating van 22 meter ketting, via de Nieuwe Waterweg naar de Noordzee varen.
(foto 0835) De losse ankerketting voor het afmeren op de boei(en) had een vaste plek op de bak.
Ook voor de afduwende familie en vrienden had het trotseren van de sneeuwbuien langer geduurd dan gepland.
De 3e Westreis was nu echt aangevangen. Van de voornemens om eens lekker te gaan oefenen na de verlofperiode kwam echter weinig terecht door het slechte weer. Gelukkig was er wel het vooruitzicht van zonniger oorden. Aangekomen op volle zee werden de vsq’s geembarkeerd.
In Het Kanaal was het smaldeel weer kompleet er werd opgestoomd naar de Golf van Biscaye. Daar was het nog een stukje ruiger met windkracht 8 en een zware oceaandeining. Dat was voor vele verlofgangers weer een behoorlijke omschakeling.
De Doorman was nog wel in actie gekomen voor assistentie aan een in nood verkerend Frans vissersvaartuig, maar een Engelse reddingsboot won het deze keer. Een goede daad kon echter alsnog worden uitgevoerd. Een opvarende van de Gelderland was met zijn duim tussen een waterdichte deur gekomen en had chirurgische assistentie nodig. Deze was in de persoon van de arts Dr. Grasveld, aanwezig op de Doorman. Na een hachelijke overtocht met de reddingsjol kon ook dit euvel worden verholpen aan boord van de Doorman.
(foto 4526) Op zondag 18 januari 1959 komt de onderzeebootjager Hr.Ms. Gelderland in de Atlantische Oceaan langszij de Doorman varen . Foto ontvangen van Ad Hoppener via Jaap de Moor.
Op maandag 19 januari 1959 passeerde het smaldeel de Azoren en werd het weer iets beter maar toch nog te slecht voor vliegoperaties. De jager Gelderland bracht een bezoek aan Ponta Delgada.
(foto 7430) Kaart van de Azoren met het eiland Sao Miguel en de havenplaats Ponta Delgada.
(foto 7432) Kaart van de plaats Ponta Delgada. Deze plaats werd wel vaker aangedaan door Nederlandse marine schepen op weg naar of de terugreis vanaf de Nederlandse Antillen.
(foto 7431) Fraai uitzicht op een deel van Ponta Delgada.
Pas voorbij de Azoren werden de weersomstandigheden beter en klonk eindelijk weer: 'daar komt een vogel gevlogen'. Het sein voor aanvang van vliegrol.
Op maandag 26 januari 1959 werden de Bermuda's bereikt door het smaldeel. De Bermuda's werden echter niet aangedaan. In deze omgeving was het weer prima vliegweer en werden de oefeningen hervat.
(foto 7434) Kaart met de ligging van de Bermuda’s.
Ondanks dat de Bermuda's niet werden bezocht, zou niemand de Bermuda's meer vergeten door de gebeurtenissen van de volgende dag.
Op dinsdag 27 juanuari 1959 was er weer vliegrol. De Avenger A-9 werd gereed gemaakt voor een vrije start vanaf het vliegdek van de Karel Doorman.
(foto 5651) De Avenger komt met de voorlift omhoog naar het vliegdek.
De bemanning van de Avenger bestond uit de squadron commandant de ltzv A. Seret, de ltz waarnemer P. Smit, de maj. vliegtuigmaker-konstabel J. Bode en de kpl. vliegtuigtelegrafist J. Muller.
Tijdens de vrije start ging er iets afschuwelijk mis en bleek het vermogen van het vliegtuig veel te laag voor een start. De Avenger A-9 stortte in zee op de positie 21.52.8 NB en 64.53.3 WL.
(foto 5424) Vrije start van de Avenger A-9 tijdens de 3e Westreis in 1959. De Avenger kwam echter niet los van het vliegdek en viel in zee. Dit stukje uit film van Ad Hoppener, ontvangen via Jaap de Moor. Klik op foto voor animatie.
(foto 7180) De Avenger tijdens de vrije start, waarbij hij bijna het vliegdek verlaat.
(foto 7433) De Avenger A-9 na de start in zee.
Onmiddellijk kwam de 'plane-guard' Sikorsky helikopter in actie. Drie bemanningsleden bevonden zich zichtbaar in zee en werden gered. Het vierde bemanningslid, de kpl. J. Muller kwam echter niet boven. Kennelijk had hij geen kans gezien om zich uit het toestel te bevrijden of was mogelijk tijdens het in zee vallen van de Avenger gewond geraakt.
Men bleef nog langdurig zoeken op de plaats van het ongeluk, maar van de kpl. J. Muller werd helaas geen spoor meer gevonden.
Op het vliegkampschip heerste verslagenheid en verdriet onder de bemanningsleden, vooral onder zijn directe collega's die met de vraag worstelden hoe dit kon gebeuren.
(docu 0365) Krantenartikel op 29-01-1959 uit het archief van de Leeuwarder Courant.
Een overlevende vertelt:
Gisteren, m'n eerste katapultstart deze reis. Dat was voor Piet Dourlein aanleiding om op te merken, dat zoiets een rondje bier kost. Vandaag mijn eerste vrije start. Het groene licht floepte aan en daar gingen we, aldus Jan Bode. We lagen in zee. Gek, je merkt het pas als het gebeurd is. Ik moet even buiten westen zijn geweest. Het begon te ruisen in mijn oren en ik kwam tot de ontdekking dat de kist op z'n kop lag. Ik maakte mijn riemen los en slaagde er met veel moeite in de deur te openen, want in een flits herinnerde ik me de oefeningen in het Wassenaarse zwembad. Eenmaal uit de kist zwom ik zo snel mogelijk weg en zocht de zee af naar de anderen. Maar ik zag niemand. Tegen de voorschriften in zwom ik terug naar de reeds zinkende Avenger. Ik werd als het ware er naar toe gezogen. Met al mijn krachten wist ik me van het vliegtuig vrij te houden en ging toch mee de diepte in. Op dat moment besefte ik dat ik m'n zwemvest nog niet had opgeblazen. Als een film zag ik ze voor me, Len, m'n vrouw en beide dochters. De tijd om aan de oppervlakte te komen leek wel een eeuwigheid.
Half versuft dreef ik rond, met heel in de verte vaag de Doorman, maar niemand van de anderen. Dan plotseling een eind van me vandaan zag ik de waarnemer en bijna drie minuten later de vlieger. Gelukkig ze hadden 't 'm ook gelapt. Het wordt de hoogste tijd voor Muller dacht ik. Ik zag een pakje Miss Blanche niet ver van me vandaan, voorbij drijven en zwom er naar toe. Het is mijn merk. Stom eigenlijk dacht ik later, het was toch nat. Plotseling striemde het wateroppervlak op. De heli hing boven me en in een oogwenk was ik aan boord gehesen. Buiten zag ik de andere heli bezig. De mecano Jan Kreuger schreeuwde naar me: “Jullie waren toch met z'n drieën?” Met een wanhopig gebaar stak ik vier vingers op. Ze hebben nog heel lang naar Muller gezocht.
In mijn hut kwam Piet Dourlein me een borrel aanbieden. “Hoe kan dat”, vroeg ik hem tijdens vliegrol. “Ach”, zei hij, “een buitengewoon geval” en gaf me nog een dubbele. Ondanks de goed bedoelde slaapmutsjes kon ik de slaap niet echt vatten en zag steeds de beelden van de crash voorbij trekken, de zee waaruit Joop Muller maar niet naar boven kwam. Die avond heb ik Piet er aan gehouden om met de twee kratjes pils over de brug te komen, die hij me had beloofd als ik m'n eerste crash zou maken. De majoor hofmeester gaf er nog een fles ouwe bij. Met zo'n man of tien was een en ander snel weggewerkt.
Later, toen de squadron commandant weer bezoek mocht ontvangen (want hij was al blauw aangelopen), zocht ik hem in zijn hut op. Hij bood me een sigaret aan en zei: “Zeg het maar majoor”. “Tja”, zei ik, “wat moer ik zeggen commandant?” “Nou dat je niet meer met mij wilt vliegen”. “Nou de eerste de beste keer ga ik weer met u mee. Al was het alleen maar om u er weer bovenop te helpen”. De blik die toen volgde deed me herinneren aan de oorlogsjaren in Engeland.
Uit De Dikke Boot van Arie Hoog.
|