BuiltWithNOF

 

 

 

Op vrijdag 8 november 1963 liep de Doorman, aan het eind van de najaarsreis 1963, de haven van Den Helder binnen. In de periode hierna ging het vliegkampschip naar de werf van Wilton Fijenoord voor groot onderhoud.

In maart 1964 was het weer tijd proefvaarten en opwerken van de bemanning.

Op maandag 16 maart 1964 embarkeerde in ieder geval de Grumman Tracker 146 met aan boord de vlieger ltzv Jan Toorenaar, die we kennen van de 4e Westreis in Norfolk. Mogelijk hebben meer Grumman Trackers deelgenomen aan het testen van de vliegvaardigheid van het vliegkampschip en haar bemanning.

Eind maart 1964 was het schip weer in een goede staat om deel te gaan nemen aan een reis vol oefeningen. Als voorbereiding van de 5e Westreis 1964, vertrok het vliegkampschip van Den Helder naar Rotterdam voor onder andere het laden van olie.

Bij het opstomen naar Rotterdam langs onze kustlijn, embarkeerden ter hoogte van Katwijk het vsq 4 met acht Grumman Trackers en het vsq 8 met zes Sikorsky S-58 helikopters aan boord van Hr.Ms. Karel Doorman.
Daarom staan er op het vliegdek van de Doorman aan de Parkkade reeds Trackers opgesteld.
Het vliegkampschip was weer kompleet en gereed voor het grote werk.

Op woensdag 1 april 1964, nee het bleek geen grap, was er het vertrek vanaf de Parkkade te Rotterdam naar de Nederlandse Antillen.
Onder de muzikale klanken van de Marinierskapel trokken de sleepboten de Doorman langzaam bij de kade weg. Onder een enorme belangstelling werd het vliegkampschip uitgezwaaid door familie, vrienden en Rotterdammers.

(foto 5132) De bemanning van de Doorman staat aangetreden aan de rand van het vliegdek tijdens de ceremoniele meerrol. Het vertrek werd muzikaal opgeluisterd door de Marinierskapel op de Parkkade.
Foto Peter van Zoest.

(foto 3247) De enorme belangstelling op de Parkkade, boven en onder, te Rotterdam bij het vertrek van Hr.Ms. Karel Doorman. De valreep kan elk moment worden weggehaald. Links staat de Marinierskapel opgesteld.
Foto ontvangen van Jaap de Moor.

(foto 5133) Onder grote belangstelling van uitzwaaiers op de kade, begint een sleepboot de Doorman van de kade weg te trekken. De Doorman voert de seinvlag ‘Papa’ of ‘Blue Peter’ wat betekende: ”Allen die met het schip meegaan, moeten aan boord komen”.
Foto Peter van Zoest.

Het smaldeel zou deze reis, buiten de Doorman, bestaan uit de onderzeebootjagers Hr.Ms. Friesland D812, Drenthe D816 en Amsterdam D819 en verder de onderzeeboten Hr.Ms. Zeeleeuw S803 en Dolfijn S808.

Aan boord van het vliegkampschip smaldeelcommandant, de sbn L.E.H. Reeser en als commandant van de Doorman deze reis de ktz J. van Dapperen.

(foto 5319) De smaldeelcommandant de sbn L.E.H. Reeser op het halfdek van de Doorman.

(foto 5320) De commandant van de Doorman de ktz J. van Dapperen in zijn hut.

De drie onderzeebootjagers waren reeds op maandag 10 februari 1964 uit Den Helder vertrokken op weg naar de Nederlandse Antillen. Al oefenend en deelname aan een Navo oefeningen, arriveerden de jagers reeds op maandag 16 maart 1964 in de Caribiën.

Aanvullende info van Léon Tonnard:
De Doorman is eerst nog gaan demagnetiseren voor de kust van Engeland bij “Land’s End”. Daar is een grote baai met daarin een elektrische kabel waarboven je moet varen, aan de wal zetten ze er dan stroom op en daar moet dan weer voor betaald worden. Dit gebeurde meestal na een reparatie aan het schip.

De Doorman passeerde op zaterdag 11 april 1964 de Kreeftskeerkring. Het werd nu weer tijd om de tropen outfit voor de dag te halen.
 

Op zondag 12 april 1964 was er meteen een zondagsinspectie of het tropen kloffie iederen wel stond en of het van de goede maat was. Je wist tenslotte nooit wie er mee keek daar op de Atlantic.

(foto 3243) Alle hens aangetreden voor de zondagsinspectie.
Foto ontvangen van Jaap de Moor.

(foto 3244) De smaldeelcommandant en de commamndant van de Doorman inspecteren de bemanningsleden opgesteld aan bakboord. Aan stuurboord staat men op de plaats rust.
Foto ontvangen van Jaap de Moor.

Op maandag 13 april 1962 naderde men de Benedenwindse eilanden en kwamen de toppen van onder andere Saba en Sint Eustatius in beeld. Natuurtuurlijk een mooi moment na dagen alleen maar zee en lucht, maar van een voet aan wal was nog geen sprake.

Het was eerst nog alle schepen verzamelen en op dinsdag 14 april 1964 was het gehele smaldeel compleet, inclusief de onderzeeboot Hr.Ms. Zeeleeuw.

(foto 7553) Kaart met daarop de Benedenwindse eilandengroep.

(foto 7553a) Kaart met daarop de ligging van de Benedenwindse eilanden Sint Maarten, Saba en Sint Eustatius.

Op deze dag kon dan ook de onderzeeboot bestrijding oefening een aanvang nemen.

Al oefenend arriveerde het smaldeel op donderdag 16 april 1964 voor de kust van Curacao.

De vliegtuigen vlogen af en voerden een ‘fly-past’ uit boven Willemstad. De Doorman gaf een saluut af dat werd beantwoord door de walbatterij

Op vrijdag 17 april 1964 liep het smaldeel onder grote belangstelling de Sint Annabaai binnen, waar de Pontjesbrug zich enthousiast opende om het smaldeel binnen te laten. Op de wal een zwaaiende menigte bestaande uit bewoners van Curaçao, maar onder hen ook vele maten welke zich voor een term op het eiland bevonden.

Hierna meerde de Doorman af aan de Brionsteiger in het Schottegat. Ook de onderzeebootjagers meerden af aan de Brionsteiger tegenover de Doorman. De onderzeeboten meerden af aan de Rima steiger van de marine basis Parera.

Meteen na het afmeren was er geen houden meer aan en alles wat verder geen verplichtingen had aan boord stormde de wal op.
Dit tot vreugde van de vele winkeliers en bar eigenaren. Eindelijk het lang verwachtte weekend in Willemstad.

(foto 3101) Google overzicht van de haven van Willemstad. A: De Brionsteiger waaraan de Doorman en jagers lagen afgemeerd, B: Het Schottegat, C: De Sint Anna baai en doorgang naar het Schottegat ter hoogte van de Pontjesbrug,  E: De marinebasis Parera met de Rima steiger waaraan de onderzeeboten lagen afgemeerd.

(foto 2247) Krant van 17 april 1964 ivm de aankomst van het smaldeel in Willemstad.
Ontvangen van Paul Schulinck.

(foto 2480) Hr.Ms. Karel Doorman in de Sint Anna baai op weg naar het Schottegat, de haven van Willemstad. Zie de krant hierboven.
Foto ontvangen van Wim Gerrits.

(foto 0969) Het smaldeel afgemeerd in het Schottegat. Midden boven de Doorman en de drie onderzeebootjagers aan de Brionsteiger. Rechts beneden de twee onderzeeboten aan de Rima steiger van de basis Parera.

(foto 0970) De drie onderzeebootjagers afgemeerd aan de overzijde van de Doorman aan de Brionsteiger.
Foto webmaster.

(foto 1415) Opname van de Brionsteiger waaraan liggen afgemeerd Hr.Ms. Karel Doorman en de drie jagers. Zichtbaar de Doorman en de boeg van Hr.Ms. Amsterdam en enkele schouwen van de onderzeebootjagers.
Foto ontvangen van Roel van Hoorn.

(foto 1416) Doorkijk vanuit de mast van de Doorman op Willemstad een het Schottegat.
Foto ontvangen van Roel van Hoorn.

(foto 0974) Opname in de Breedestraat in het stadsdeel Punda van Willemstad. Groepje elektromonteurs aan het winkelen.
Foto webmaster.

(foto 1418) Verkeer over de pontjesbrug van Punda (De Punt) naar Otrobanda (De overkant) in kleur. Op de achtergrond het KNSM gebouw in het stadsdeel Punda.
Foto ontvangen van Roel van Hoorn.

(foto 0975) Deel van de drijvende markt, bestaande uit handelaren met bootjes vanuit Venezuela. Afgemeerd in de doorgang van de Sint Anna baai naar het Waaigat in het stadsdeel Punda.
Foto webmaster.

 

Op maandag 20 april 1964 was het weer aan het echte werk en verliet het smaldeel de haven van Willemstad weer.
Aanvang oefeningen in de wateren boven Curaçao. De vliegtuig squadrons van de Doorman maakten in korte tijd ruim 240 vlieguren, dus van stilzitten was geen sprake. Het afblazen van vliegrol gebeurde dan ook pas in de kleine uurtjes.
Voor veel officieren op het F-dek wat later slapen door het lawaai van de landende Grumman Trackers en het terug rollen van remkabels over het vliegdek.

(foto 0444) Op 20 april 1964 werd de Grumman Tracker te 10.15 uur gekatapulteerd vanaf vliegkampschip Hr.Ms. Karel Doorman ten zuiden van Curaçao. Er bleken problemen met de hydrauliek van het landingsgestel. Dit werd hierna handmatig uitgepompt en men vroeg toestemming aan de vliegbrug of men kon gaan landen aan boord van de Doorman. De Doorman was hier echter niet gereed voor en men moest uitwijken naar het vliegveld Hato op Curaçao. Om 11.03 werd de landing op Hato uitgevoerd waarbij het neuswiel van de Tracker inklapte. De Tracker kwam hortend en stotend tot stilstand. De Tracker was zwaar beschadigd aan neus en propellers. De landingsbaan lag bezaaid met sonoboeien en aluminium delen van de neus en de neuswieldeur. De bemanning bestond uit LTZ1 H. Verstraaten, LTZ2 P. Bergsma, LTZ3 kmr H.P. Bax en KPLVGTLG J. Hopster. Een gereedstaande DC8 van de KLM voor vertrek, moest uren wachten voor de baan weer schoon was gemaakt. De Grumman Tracker 170 is later over de weg naar de afgemeerde Karel Doorman vervoerd en aan boord getakeld. Gedurende de verdere reis aan boord gerepareerd. Op 14 juli 1964 vloog de Grumman Tracker 170 ter hoogte van Quessant (Frankrijk) vanaf de Karel Doorman terug naar het vliegveld Valkenburg.
Foto’s en tekst ontvangen van Hans Bax

 

(foto 0445) “Wie zijn neus schendt, schendt zijn aangezicht”.

 

Naar deel 2.

 

 

[Home] [Indeling site] [Welkom aan boord] [QH-1 '46-'48 index] [R81 '48-'55 index] [R81 '58-'68 index] [Bemanning index] [Anekdotes index] [Opleidingen index] [Vliegdienst index] [Wereldreis 1960 index] [Smaldeel reizen  index] [1950] [1952] [1954] [1954] [1955] [1959] [1961] [1962] [1963] [1964] [1965] [1967] [1968] [Havens index] [Gebeurtenissen] [Gastenboek index] [Contact] [Links] [Untitled729]