|
DEEL 13
Op zaterdag 18 januari 1947 kwam een einde aan het verblijf in Kaapstad en werd de steven gewend in de richting van Nederland. Op naar huis, met volle kracht op moeders an. Ter hoogte van Senegal kreeg een opvarende appendicitis, waartoe wij voor Dakar ankerden. Dank zij de medewerking der Franse Marine werd de patiënt naar de wal vervoerd, geopereerd en spoedig daarop per vliegtuig naar Nederland getransporteerd, zodat hij de eerste was die in het vaderland voet aan de wal zette.
Zondag 19 januari 1947 in de Atlantische Oceaan. 09.30 uur inspectie door den eerste officier, daarna zondagsche dienst. 16.00 uur positie 29.25.6 S en 13.44.4 E.
(foto 3379) Ook op de terugreis werd er veelvuldig aan sport gedaan, onder andere werd het dektennis beoefend. Op de achtergrond de twee Japanse watervliegtuigen. Foto ontvangen van Rinus Verschuren.
Maandag 20 januari 1947: positie 16.00 uur 25.16.1 S en 10.15.0 E;
Dinsdag 21 januari 1947: 08.00 passeren Zuiderkeerkring, positie 16.00 uur 21.25.5 Z en 06.59.5 O.
Woensdag 22 januari 1947: positie 16.00 uur 17.04.9 S en 03.33.5 E;
Donderdag 23 januari 1947: positie 16.00 uur 13.22.8 S en 00.45.9 O, positie 24.00 uur 11.55.1 Z en 00.15.6 W;
Vrijdag 24 januari 1947: positie 16.00 uur 09.14.5 Z en 02.16.8 W.
Zaterdag 25 januari 1947: positie 16.00 uur 05.17.5 S en 05.30.4 W;
Zondag 26 januari 1947; positie 16.00 uur 01.3.3 S en 08.32.7 W. De laatste positie en mededeling in het scheepsjournaal ten 24.00 uur is 00.12. N en 09.35.6 W.
Het schip vervolgt verder zijn koers naar Casablanca. Hiervan zijn echter geen gegevens meer voorhanden in het scheepsjournaal.
Op 2 februari passeerden we de Kreeftskeerkring. We waren uit de tropen maar het was evengoed nog bloedheet. Het was 5 februari 1947, toen we de haven van Casablanca binnenliepen maar het afmeren aan de wal was een groot karwei door de zware branding. Van strand in de buurt van de haven was geen sprake, de oceaan werd gekeerd door zeer grote rotsblokken. Bij hoog water sloegen de golven over deze huizenhoge rotsen heen. Er werden veel meer kabels en trossen gebruikt dan normaal, wat nodig was omdat sommige kabels knapten. Overwogen werd om van de kade af te gaan en aan dukdalven (meerpalen) te gaan liggen. Dat is gelukkig niet gebeurd, dat zou het passagieren bemoeilijkt hebben. We hadden vanaf het schip kijk op een merkwaardig bouwproject. Het werd een stenen muur van naar schatting 100 meter lang en 2 meter hoog die haaks op de rotsformatie kwam te staan, waar veel mannen gekleed in jurken aan werkten. Enkele malen per dag werd opgeroepen tot gebed, het werk werd onmiddellijk gestaakt en iedereen ging in slagorde geknield in het stof liggen met het hoofd naar het Oosten. Het meest wonderlijke was dat die muur in de week van onze aanwezigheid werd gebouwd en .........ook weer afgebroken.
|
|
Op woensdag 5 februari 1947 aankomst in Casablanca. Na vertrek uit Casablanca werd nu echt opgestoomd naar Nederland. In Casablanca meerden wij achter de hoge havenpier, naar mijn gevoelen een veilige plaats. Voor alle zekerheid werden de door het slagschip Richelieu achtergelaten kettingen aan het schip bevestigd.
(foto 4430) Hr.Ms. Karel Doorman afgemeerd in de haven van Casablanca, de laatste tussenstop op weg naar de sluizen van IJmuiden. Foto ontvangen van Martin den Butter.
Over Casablanca waren de meeningen verdeeld. De Dominee heeft een prettigen tijd gehad en heeft kennis kunnen maken met zijn Franschen collega. De dokter was over deze stad goed te spreken en de mannen van vooruit hebben zich er ook goed geamuseerd. Evenwel verzekerden zij ons, dat er veel goochelaars wonen. Zoo heb je wat gekocht en moet je nog duizend francks terugontvangen of je loop met nog maar 50 in je zak , of kocht ik me daar een echten gouden ring, zag, dat deze in een zakje werd gedaan en aan boord gekomen wilde ik mijn koop laten zien en laat er uit datzelfde zakje een bierflesschenstop komen ! Maar lang hebben ze ons niet kunnen neppen. Wij verkochten toen sloffen cigaretten voor goed geld. In plaats van cigaretten zaten in elk pakje stukjes papier. Zo kwamen wij weer aardig gelijk. Terug aan boord hoorde ik van de eerste officier dat hij een gehele nacht op de brug had gestaan, beide ankers had laten vallen, de ankerkettingen van de Richelieu waren tengevolge van een hevige deining als glas geknapt. Alle communicatie met het hevig stampende schip was geruime tijd verbroken geweest.
Ik ben samen met matroos De Winter nog even de wal opgegaan. We hebben wat marktachtige straatwinkels bezocht. Ik heb daar wat souvenirfoto’s gekocht en tien kilo Marokkaanse sinaasappelen. Deze rijpe vruchten waren bijzonder lekker, dat was een verrassing voor thuis dacht ik, de thuisvaart was toch aanstaande...? Op de terugweg stopte een mooie auto naast ons, een vriendelijke chauffeur sprak ons in het Nederlands aan. Hij vroeg of we op weg waren naar de Karel Doorman, dat was zo. Dan konden we wel meerijden want hij moest daar ook zijn. We zijn ingestapt maar we moesten voorzichtig zijn met die tassen op de autobekleding. Hij vroeg naar onze ervaringen in deze mooie stad. Hij was vol verbazing dat we ons een beetje negatief uitlieten, dat had hij zo niet ervaren en hij woonde hier toch al een tijdje. Deze aardige meneer had niet gezegd wie hij was maar toen hij zijn auto niet ver van de loopplank parkeerde, brak de hel aan de valreep los. Het fluitconcert van de bootsman duidde op hoog bezoek en iedereen vloog stram in de houding, wij ook, naast de auto. Zo even nog gezellig zitten keuvelen met een jofele peer die plotseling een hoge Piet bleek te zijn. Het was namelijk de Nederlandse Consul in Marokko. We hebben hier nog lang om kunnen lachen, vooral omdat de Consul niet wist wat wij het land uit smokkelden, zoals mijn sinaasappelen. Op 12 februari 1947 zijn we vol goede moed vertrokken naar Amsterdam.
|
|
Dinsdag 18 februari 1947.
Op dinsdag 18 februari 1947 arriveerde de Karel Doorman in bar winters weer in de sluizen van IJmuiden. Een terugval van plus 30 graden naar min 20 graden. De vele familieleden en bekende op de kade zorgden echter voor een warme ontvangst in Nederland. Na het passeren van de sluizen ging men via het Noordzeekanaal op weg naar Amsterdam.
Jan Molegraaf telegrafist eerste klas, heeft de hondenwacht. Hij zit in het radiostation van Hr.Ms. Karel Doorman die het anker heeft laten vallen voor de pieren van Ymuiden. Het is nacht en bitter koud. Zacht schuurt het drijfijs langs de machtige wanden van het schip. Ginds branden de lichten van Ymuiden. Eerste groet van Nederland. Langzaam verstryken de uren van de hondenwacht. Nog een paar uren en het vliegdekschip zal de haven binnen lopen. Geluiden uit den ether bereiken zijn oor. Plotseling omklemmen zijn vingers met kracht het potlood. De andere telegrafisten die in de radiokamer zijn zien hoe hun collega zich geëmotioneerd noor voren buigt. Hij wordt wit en dan rood. Dan schrijft het potlood op met onrustige halen, terwijl hij opgewonden uitroept “EEN PRINSES”. De electrische klok wijst precies tien minuten over drie. Jan Molegraaf 25 jaar, Rotterdammer van geboorte, woonachtig te Noordwijk, heeft het radio bericht opgevangen dat het P.T.T. station Scheveningen radio zendt aan het Engelse kuststation G.N.F. Niet van P.C.J. maar van Scheveningen radio hoorde de Karel Doorman het heugelijke nieuws. En Jan Molegraaf stuift naar de officier van de wacht. Er is een prinses geboren. De Karel Doorman is in diepe rust. De mannen van de wacht bovendeks zijn gehuld in een soort poolkleding. Snerpend blaast de oosten wind over het dek. De commandant wordt gewaarschuwd. Er wordt besloten met de verspreiding te wachten. Tot de opkomst van de dagwacht. Dan komt er een telegram van de minister van marine: EEN PRINSES GEBOREN.
Drie dagen later in de Golf van Biscaye, met mooi weer en kalme zee voelde het een stuk koeler aan en kwamen we binnen het bereik van de Nederlandse radiozenders. Er waren nieuwe liederen uitgebracht zoals: “Er hangt een paardenhoofdstel aan de muur”.Dat scheen iedereen mooi te vinden want dat werd in de avonden vaak ten gehore gebracht. Toen werd het 18 februari 1947 een dag om nooit te vergeten. We waren in de nacht bij IJmuiden voor anker gegaan, met het licht worden zouden we het Noordzee-kanaal op varen. Op de brug wisten ze al dat het niet eenvoudig zou zijn. De dageraad liet zien dat we hier op zee rondom in het ijs lagen als of we in de poolstreken waren terecht gekomen. Het anker werd gelicht. Er werd koers gezet naar de sluizen van IJmuiden, door een steeds dikker wordende ijsmassa. Het schutten in de sluizen was ook al niet eenvoudig, het schip leek te breed maar het lukte toch. Er kwamen twee ijsbrekers aan te pas om verder te varen maar die raakten zelf in de problemen in het ijs van meer dan 15 centimeter dik. Commandant De Booy wist dat ons schip een stalen neus had van 12 centimeter dikte en had op Moermansk gevaren in het Noordpool gebied. Dit schip was zelf een ijsbreker!, de commandant zei dus:”Weg met die speelgoedbootjes, en gaf opdracht voor “volle kracht vooruit”. Het vooschip dook boven op de ijslaag en veroorzaakte een oorverdovend lawaai vooral door de ijsschotsen die langs de scheepshuid schuurden. Het was vooral benedendeks een angstaanjagende herrie. Dat ging zo door tot aan een kede in Amstertdam, ik dacht de Ruyterkade maar ik kan me vergissen. Op de kade zag het zwart van het volk om ons te verwelkomen, merendeels familieleden van de bemanning.
|
|
|
(foto 4432) De aankomst van Hr.Ms. Karel Doorman in de sluizen van IJmuiden. Met behulp van sleepboten vaart men behoedzaam de sluis binnen op weg naar Amsterdam. Foto ontvangen van Martin den Butter.
Op den ochtend van den Nationale Feestdag -18 Februari - stonden wij te klappertanden en te stampvoeten op de sluizen van IJmuiden. Vóór ons trok met verbeten woede een kleine sleepboot aan een zware manilla, waaraan Hr.Ms.Karel Doorman vastzat. Langzaam ,te langzaam naar onzen zin, werd het zware en breede vliegkampschip binnen de sluismuren gehaald.Op dek waren mannen, in dikke jassen gehuld, aan het werk. Een ijzige wind woei door onze kleeren en nog nimmer hebben wij sneller gehoor gegeven aan een uitnoodiging om aan boord te komen dan op dien ochtend te IJmuiden. Aan boord werden wij overladen door een weldadige warmte en heete koffie. Daarna kwamen de gesprekken los.
(foto 2957) Voor men naar Amsterdam vertrekt is er even tijd voor bemanning en familie om elkaar alvast te begroeten. Foto via Dutchfleet.
Het was inmiddels 18 februari 1947, de sneeuw lag op de kade, waarop de sinaasappels uit Marokko rolden, die de bemanning uit de patrijspoorten de belangstellende toeschouwers toewierpen.
(foto 4433) Ook de echtgenote en zus van Martin den Butter zijn aanwezig in IJmuiden. Maar na vertrek van de Doorman ook weer snel richting Amsterdam gegaan. Foto ontvangen van Martin den Butter.
KAREL DOORMAN BEHOUDEN THUISGEVAREN
Warme ontvangst in koud vaderland. Sleepboten zwoegen in een toegevroren haven. IJmuiden spuide dinsdagmorgen water en drijfijs in de buitenhaven, waardoor de Karel Doorman haar draai niet kon nemen en noodgedwongen om halftien de middensluis binnenliep.Het vliegdekschip voer zijn landingstrap kapot, waardoor de ontscheping aan het Steenen Hoofd in Amsterdam belangrijk stagneerde.Doch dit was een kleinigheid. Het voornaamste is: Neerlands grootste Marine-schip is thuis ! Het heeft een bijzonder voorspoedige reis gehad en heeft enkele honderden marinemannen in het vaderland teruggebracht. Nederlanders, die in krijgsgevangenschap hebben gezeten en die met ontroerden blik wuifden naar hun verwanten, die trappelend van de felle koude aan de sluis stonden. Er woeien vlaggen in de wind, ter eere van het borelingske op Soestdijk, doch ook ter begroeting van de mannen, die na een nuttig verblijf in Indië het witte en gekluisterde Nederland met dankbaar oog en een warm hart aanschouwden. De "Karel Doorman" voer statig, met de vlag van top, het vaderland binnen. Zijn mannen wuifden en gooiden sinaasappelen en sigaretten naar de wachtenden. Er was dubbele vreugde, omdat de terugkeer van Hr.Ms.Karel Doorman" geschiedde op den Nationalen Feestdag. We hebben met opgestoken kraag, handen diep in de zakken, over het vliegdek gelopen en de twee Japanse vliegtuigen in ogenschouw genomen. Twee groene, beschadigde toestellen, die in het bezit zijn geweest van de extremisten en die de Kon.Marine in een dump bij Soerabaja heeft aangetroffen. De toestellen bezitten moderne constructies, die het bestuderen zeker waard zijn.
|
(foto 2946) De Doorman ploegt door het ijs in het Noordzeekanaal op weg naar Amsterdam. Aan dek zijn duidelijk waarneembaar de twee Japanse watervliegtuigen. Foto Arie Ros via Dutchfleet.
Het Noordzeekanaal was met een ijslaag bedekt die het schip gemakkelijk openbrak, waarop een hondje stond, dat bij de nadering van de mastodont hevig blafte om dan even verder het schip op te wachten en weer te protesteren totdat het dier er genoeg van kreeg.
VOORSPOEDIGE REIS De Doorman heeft enkele maanden in de Indische wateren doorgebracht. In september van het vorige jaar is het met materiaal en personeel aan boord ter versterking van den Marine Luchtvaartdienst, naar Insulinde vertrokken, waar het, na een succesvollen tocht door den Archipel 250 repatrieerenden aan boord heeft genomen. Evenals op de uitreis is thans via de Kaap naar Nederland terugekeerd. De omweg, via Zuid-Afrika, betekent een aanzienlijke besparing van deviezen, aangezien de kosten van de verhoogde hoeveelheid brandstof nog ver onder het tolgeld liggen, dat dit schip, ten gevolge van zijn grote tonnage, voor de doorvaart van het Suez-kanaal zou moeten betalen. Wij hebben een zeer voorspoedige thuisreis gehad. We hebben ons gehaast om in Nederland te komen, voorlal toen we hoorden dat de Nieuwe Waterweg heel moeilijk te bevaren was. We hoopten, dat we in IJmuiden zouden kunnen binnenlopen, aldus verklaarde de commandant, A.de Booy, ons tijdens de vaart van IJmuiden naar de hoofdstad. Het schip heeft in Indië op allerlei plaatsen de marine voorzien van datgene wat er op die plaatsen nodig was. Daarbij heeft het tevens gezorgd voor het nodige vlagvertoon. De commandant vertelde, hoe de Karel Doorman" op Ambon, Banda, en in de Molukken hartelijk is ontvangen, evenals in Kaapstad waar veldmaarschalk Smuts de officieren in de "Groote Schuur" aan de voet van de Tafelberg nodigde en de Nederlandsche Kolonie de manschappen hartelijk onthaalden. De Fransen op Casablanca toonden zich zeer hoffelijk en tenslotte ging het via Portsmouth op Holland aan. Bij de Nederlandse kust verbaasde men zich over de aanwezigheid van drijfijs. Dan moest het toch wel erg winteren in het Moederland! De commandant gaf voorts als zijn zienswijze te kennen dat het vliegdekschip een belangrijke toekomst tegemoet gaat. Hij bevestigde dat de Karel Doorman, na herstelwerkzaamheden als opleidingschip voor de Marine Luchtvaartdienst zal gaan dienst doen.
Aankomst in Amsterdam op dinsdag 18 februari 1947 in een dicht gevroren haven.
(foto 2947) Aankomst van Hr.Ms. Karel Doorman in Amsterdam. De Doorman meert af met behulp van de sleepboot Maria Henriette Goedkoop van de reederij Gebr. Goedkoop. Foto ontvangen via reederij Gebr. Goedkoop.
(foto 2949) De Doorman nadert langzaam door het ijs de kade in Amsterdam. Foto Marinemuseum via Dutchfleet.
In Amsterdam moest ik enige malen scherp op de kade toestomen om zo het dikke ijs weg te breken. Weldra was deze vrij en kwam de verbinding met de wal tot stand.
(foto 2948) Nog even en de Doorman ligt afgemeerd aan de kade van het Stenen Hoofd in Amsterdam. Op de kade vele familie, vrienden en belangstellenden voor de bemanningsleden en thuisvaarders uit de Oost. Foto Willem Cool via Dutchfleet.
IN HET IJ.
Honderden verdrongen zich aan het begin van het Steenen Hoofd toen de Doorman het IJ binnenvoer. Van de masten der schepen en van de daken wapperden de nationale driekleur. De winterzon goot een mild licht over de witte haven met de fleurige dundoeken. Op de kade stonden verschillende autoriteiten, o.w. Schout bij Nacht J.A.Gauw. De "Marinierskapel" speelde het Wilhelmus toen de trossen om de meerpalen vielen. Op dat ogenblik verbraken tientallen geestdriftigen het politiecordon en trachtten de kade op te stormen. Met behulp van de M.P. werd de menigte teruggeduwd; men spande een touw en een periode van wachten begon, omdat een landingstrap van elders moest worden aangevoerd. Doch de doordringende kou kon de vreugde niet onderdrukken. De "KAREL DOORMAN" was weer behouden thuisgevaren. In de haven van Amsterdam aangekomen werd afgemeerd aan de kade van de Holland-Amerikalijn, waar de CZM Nederland, Schout bij Nacht J.A.Gauw en andere autoriteiten, tezamen met vele honderden menschen de koude trotseerden. Het duurde twee uur, voordat de logge Doorman met den wal verbonden was. Het ijs tusschen wal en schip was nl. niet weg te krijgen. Als twee peuterige keffers, drukten de sleepbooten hun neuzen tegen bakboord-wand en langzaam werd het vliegkampschip naar den wal gebracht. De debarkeering kon beginnen. Voor velen was een scheiding van jaren verleden tijd geworden. Burgemeester d'Ailly bezocht met enige wethouders of raadsleden het schip en vroeg mij te zeggen in welke functie ik zijn medewerkers aan boord zou kunnen gebruiken. Eén van hen leek mij een opgewekte persoonlijkheid en ik oordeelde hem geschikt voor kok. Dit wekte de lachlust op, betrokkene was lid van de communistische partij. Aan deze reis bewaar ik met een gevoel van dankbaarheid de herinnering aan de plichtsbetrachting en kundigheid van officieren, onderofficieren en vele schepelingen, vooral ook aan de energie en opgewektheid van het jeugdige personeel, dat nimmer een buitenlandse reis had gemaakt.
Op maandag 24 februari 1947 vertrek uit Amsterdam naar Rotterdam.
Op dinsdag 25 februari 1947 aankomst in Rotterdam en werd afgemeerd in de Waalhaven voor het lossen van de boomstammen Djatihout. Tijd voor veel bemanningsleden om verlof op te nemen, menigeen had veel te vertellen aan het thuisfront over deze reis. Tijdens deze verlofperiode werd een matroos, tijdens het strijken van een sloep, aan zijn hoofd geraakt door een takelblok en viel kennelijk bewusteloos over boord en verdronk.
Op zaterdag 12 april 1947 vertrek van de Doorman uit Rotterdam op weg naar Engeland.
Zondag 13 april 1947 te Londen. Op deze dag arriveerde de Doorman op de Theems voor een bezoek aan Londen. Op de rede van Greenwich werd op de Theems afgemeerd op de boeien.
(foto 5381) De Doorman op de boeien afgemeerd op de Theems nabij Londen.
(foto 2935) Bezoek van Hr.Ms. Karel Doorman aan Greenwich op 16 april 1947, waarbij het schip voor anker lag op de Theems. Verder een bezoek aan Londen op verzoek van de Britse Admirality.Twee officieren kijken vanaf het vliegdek, naast de 300 jaar oude geus, uit over Greenwich. Op de vlaggemast zit een haaientand uit Soerabaja. Foto via internet. Foto Keystone photo shows.
(foto 7038) Overhandiging van een geschenk van de Board of Admiralty, op het vliegdek van het vliegkampschip Hr.Ms. Karel Doorman QH-1. Dit was op 18 april 1947 terwijl het vliegkampschip te Greenwich op de boei(en) lag afgemeerd.
De winter was voorbij, er werden voorbereidingen getroffen voor een nieuwe trip in april. De bedoelde trip ging naar Londen, dat was op 12 april 1947 vertrekken en 2 dagen later aankomen in Chatham. Daar lag een Engels schip met de naam: HMS Beachy-Head. Dat schip moest omgedoopt worden tot een Nederlandse oorlogsbodem. Voor de bevoorrading en voor deze officiële plechtigheid was Hr.Ms. Karel Doorman naar Londen gehaald. Dit voor ons nieuwe schip, kreeg de naam Hr.Ms. Vulkaan. Het was geen echt oorlogsschip maar omgebouwd als een drijvende werkplaats voor allerlei technische vakgebieden. Hoofdzakelijk voor de mijnenvegers die het toen erg druk hadden met allerlei soorten mijnen te ruimen en niet zonder gevaar. Er ontplofte nog wel eens wat, misschien vandaar de naam Vulkaan.
|
|
Mede een reden tot uitnodiging van de Doorman voor een bezoek aan Londen was het overnemen van HMS Beachy-Head door de Nederlandse marine, dit schip werd in dienst gesteld als Hr.Ms. Vulkaan.
(foto 6173) Hr.Ms. Vulkaan (ex HMS Beachy-Head) onder Nederlandse vlag. Foto Marinemuseum in Den Helder.
Op zaterdag 19 april 1947 vertrek uit Londen.
Op maandag 21 april 1947 aankomst te Rotterdam en weer afgemeerd op de boeien bij de Boompjes.
Op woensdag 14 mei 1947 vertrek uit Rotterdam voor vliegoefeningen op zee met vliegtuigen vanaf het vliegkamp Valkenburg.
Op woensdag 21 mei 1947 weer aankomst in Rotterdam.
Vrijdag 23 mei 1947 te Rotterdam. Daar is toen aan boord van Hr.Ms. Karel Doorman, door Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard in aanwezigheid van admiraal C.E.L. Helfrich, de sbn Karel Doorman postuum gehuldigd. De Prins reikte de onderscheiding - de Militaire Willemsorde 3e klasse- uit aan de zoon van sbn Doorman.
(foto 5043) ZKH Prins Bernhard komt in Rotterdam aan boord van Hr.Ms. Karel Doorman.
(foto 5325) De mast van Hr.Ms. Karel Doorman met daarin voorgehesen de standaard van ZKH Prins Bernhard en de commandovlag van de admiraal Helfrich.
|
|
De commandovlag van luitenant-admiraal Helfrich in kleur.
|
De koninklijke standaard van Prins Bernhard in kleur.
|
|
(foto 5325a)
Op woensdag 28 mei 1947 vertrek uit Rotterdam naar de Noordzee.
Dinsdag 3 juni 1947 in de Noordzee. Een demonstratie door Austers aan boord van de Doorman.
(foto 2953) Een Auster vliegtuig is op de lift geduwd om opgevoerd te worden naar het vliegdek. Foto Rob via Dutchfleet.
(foto 4372) Een Auster vliegtuig staat al op het vliegdek terwijl een tweede Auster op de lift bijna het vliegdek heeft bereikt. De vliegtuigen werden met de hand op hun plaats geduwd. Foto NIMH via Dutchfleet.
(foto 2954) Voor de start werden de Austers naar het achterdek geduwd om maximaal gebruik te maken van de vliegdek lengte. Foto Rob via Dutchfleet.
Even hoger…., iets lager…., een kleinigheid naar stuurboord…. Ja…., zet 'em maar neer…. en met een sprongetje deponeert de piloot van het Austers-oefentoestel zijn "kist" op het van de lucht uit gezien o zo smalle vliegdek van Hr.Ms.Karel Doorman. Aan bakboord op een speciaal platform staat de "batsman", een officier-vlieger, die zeer nauwkeurig zijn instructies geeft aan den piloot van het aanvliegende toestel. Zijn handen zijn verlengd met twee geelgekleurde ping-pong-bats (vandaar batsman") en van hem hangt het voor een groot deel af, of de toestellen veilig zullen landen. In zijn handen ligt het lot van den piloot en bij grotere toestellen ook van den waarnemer en den mitrailleurschutter. Eén aarzeling, één enkele verkeerde instructie en er kunnen slachtoffers vallen, om over het toestel, dat "in de poeier" ligt, maar niet te spreken. En het kan niet anders, of de piloot van het aanvliegende toestel moet zich geheel en alleen aan zijn beleid overgeven, want alleen hij kan beoordelen, op welk moment het toestel aan dek moet worden gezet. Het is een arbeid, die slechts kan worden verricht door iemand die de vliegtuigen moet kennen als de gemiddelde Nederlander zijn fiets. Daarom neemt men voor dit werk uitsluitend officieren-vlieger. Daar komt de tweede Auster aangevlogen. Oei, wat hoog. Lager, lager, seint de batsman. Dan geeft hij het op en zwaaiend beduidt hij het toestel het nog maar eens te proberen. Onmiddellijk geeft de piloot gas bij, trekt zijn vliegtuig weer op en zwenkt af voor een nieuwen cirkel, die hem na enkele minuten opnieuw voor de "Karel Doorman" in positie brengt. En wéér geeft de batsman zijn aanwijzingen. En bij dit alles leven alle leden van de bemanning die dekdienst hebben mee, als stonden zij zelf in den fellen wind op het kleine platform aan bakboord. Stuk voor stuk zouden zij dezelfde bewegingen willen maken. Iedereen is in volle spanning: zal hij het halen ? Die spanning is duidelijk voelbaar en zelf ontkom je er niet aan. Het klinkt als een berisping wanneer iemand - als je even niet kijkt - tegen je zegt: "Hij is net iets te hoog".Hoog boven de Noordzee, die zich speciaal voor deze gelegenheid gestoken heeft in een kleed van het teerste groen dat, men zich denken kan, afgezet met de juwelen van de Nederlandse kust, rekt zich het vliegdek van Hr .Ms.Karel Doorman. Heel ver beneden ons beweegt zich gracieus de "Queen Wilhelmina" en een halve mijl verder trekt Hr.Ms. lichte kruiser "Heemskerck" een witte streep over de spoelkom van Europa. Hr.Ms.Karel Doorman houdt oefentocht….
|
(foto 3360) Een aantal Austers vliegt boven het door zee ploegende vliegkampschip. Het vliegdek is geheel vrij en gereed voor de eventuele landingen aan boord door de Austers. Foto ontvangen van Rinus Verschuren.
Op vrijdag 20 juni 1947 tekende Peter Spier de Karel Doorman aan het Stenen Hoofd te Amsterdam.
(foto 4335) Tekening van de Karel Doorman QH1 terwijl deze ligt afgemeerd aan het Stenen Hoofd te Amsterdam. Tekening van Peter Spier.
Op donderdag 12 juni 1947 aankomst en afgemeerd in Amsterdam.
Daar kon gebruik gemaakt worden van een excursie naar de Amstelbrouwerij. Met een platte dekschuit door de grachten naar de brouwerij en als sluitstuk naar een mooie tapperij in de kelder waar men 2 gratis biertjes kreeg. Dit was geen normaal cafepilsje. Dit was sterker bier. Velen waren van twee biertjes licht aangeschoten.
|