De ditch van de F-31 in zee met de vlieger H.J.E. v.d. Kop.
Op 17 februari 1954 omstreeks 14.uur werden vier Seafuries gekatapulteerd voor een radar oefening. Hierna zou men schijnaanvallen uitvoeren op de Karel Doorman en de escorterende onderzeebootjagers. Een van deze vier Seafuries was de F-31 met aan boord de vlieger H.J.E. van der Kop.
Bij een katapultstart is er het vermogen van de eigen vliegtuigmotor en de druk van de stoom achter de zuigers van de katapult. Om echter meteen een hoge aanvangsnelheid te verkrijgen is een weerstand aanwezig. Pas wanneer het vermogen van de motor en de kracht van de zuigers groot genoeg is wordt deze weerstand verbroken en schiet het vliegtuig naar voren.
Deze weerstand wordt verkregen door de zogenaamde breekring installatie. Aan het vliegdek is een installatie vast verbonden met het schip. Verder is deze verbonden met de achterstuk van het vliegtuig. In deze installatie bevindt zich een metalen ring. Pas wanneer de druk hoog genoeg is op deze ring, breekt deze ring. Zonder deze installatie is de begin snelheid niet hoog genoeg en de baan te kort om dit tijdens de lancering op te bouwen.
Bij het ongeval met de Seafury F-31 is deze betreffende “breekring” te vroeg en dus bij een te lage druk reeds bebroken en kreeg het vliegtuig reeds snelheid, maar veel te laag. Hierdoor kwam het vliegtuig niet los van het dek en had dit bij het verlaten van het vliegdek dan ook niet genoeg draagvermogen, waardoor het in zee stortte.
De vlieger Van der Kop had ook nog het nadeel dat de Doorman met hoge snelheid, nodig om voldoende wind over het vliegdek te verkrijgen, over het in zee liggende vliegtuig voer. Hierdoor verdween het vliegtuig onder de Doorman door in de richting van de scheepsschroeven.
Er zijn opvarenden die het schurende geluid van het vliegtuig tegen de bodem van het schip gehoord hebben.
In het boek “Vliegkampschepen” , geschreven door H.J.E. van der Kop zelf, beschrijft hij zijn herinneringen aan deze start, het te water raken en zijn uiteindelijke ontsnapping uit de Seafury, gevolgd door zijn redding met de ‘plane-guard’ Sikorsky S-55 helikopter.
(foto 0474) De Seafury F-31 aan dek in betere tijden. Foto ontvangen van Gerard Haas.
(foto 5355) De laatste start van de Seafury F-31 aan boord van Hr.Ms. Karel Doorman.
(foto 5359) De Seafury F-31 is aan het einde van de katapultbaan gekomen, maar heeft niet genoeg snelheid verkregen.
(foto 5354) De Seafury F-31 duikt voor de boeg van de op volle snelheid varende Doorman in zee. De Seafury gaat onder het schip door.
(foto 5356) De Seafury F-31 te water.
(foto-serie 7606) Een serie foto’s van het laatste deel van de katapultstart van de Seafury F-31 aan boord van Hr.Ms. Karel Doorman. Vermoedelijk maker hiervan is de boordfotograaf Arie Hoog.
(foto 1653) Deze opname is gemaakt bij de redding van de vlieger H.J.E. van der Kop, die op 17 februari 1954 omstreeks 14.00 uur, nabij de Canarische eilanden, werd gekatapulteerd met de Seafury F-31. Doordat de breekring voortijdig brak had de Seafury een te lage startsnelheid en viel in zee. Hierbij werd het toestel met daarin de vlieger ‘overvaren’ door de Doorman. De redding is dan ook nabij het achterschip. Foto ontvangen van Ben van Raavens.
Hieronder een stukje uit De Telegraaf van de heer prof. Smalhout met betrekking tot dit ongeval.
Op het Nederlandse vliegdekschip De Karel Doorman sloeg op 17 februari 1954 echter het noodlot toe. Om een vliegtuig vanaf een vliegdek op zee te kunnen laten opstijgen, is een hoge aanvangssnelheid nodig. Dit werd toen bereikt door de vliegtuigmotor op maximaal vermogen te laten draaien, terwijl het toestel met zijn staart nog vastzat aan een metalen ring. Als dan ook nog de hydraulische scheepskatapult begon te werken, brak die ring en schoot het vliegtuig met grote snelheid naar voren. Na enkele seconden was het dan los van het vliegdek. Door een fabricagefout brak die dag in februari de ring echter voortijdig, waardoor de startsnelheid onvoldoende was. De Seafury stortte aan het eind van het vliegdek over de rand en kantelde ondersteboven in de Atlantische Oceaan. De Karel Doorman, met zijn lengte van 212 meter en een waterverplaatsing van 20.000 ton, voer er met een snelheid van 15 knopen overheen. Dit alles betekende in principe de dood van de piloot. Op zijn bureau in zijn Haagse woning ligt nog steeds de kapotte breekring die op het dek achterbleef. Het is een van de kostbaarste souvenirs tussen de herinneringen aan zijn lange militaire loopbaan. Sinds hij de actieve dienst heeft verlaten, heeft hij talrijke boeken geschreven over zijn werk bij de marine in Indië, Engeland, Amerika en Nederland. Eigenlijk heeft hij de Marine Luchtvaart Dienst nooit verlaten en naast zijn bed hangt zijn uniform nog steeds gereed om aan te trekken. Vorig jaar nog werd hij door de Koningin in rang bevorderd tot schout-bij-nacht-vlieger vanwege zijn grote verdienste. Old soldiers never die...
|
|