BuiltWithNOF

 

Korte omschrijving van en herinneringen aan de reizen welke gemaakt zijn door de webmaster. Vanaf de tekst in deel 1 kan men ook gebruik maken van de links hieronder.

 

Deel 1. Februari 1963
Deel 2. Mei 1963
Deel 3. Zomer 1963
Deel 4. Nederlandse Antillen 1964
Deel 5. Najaar 1964
Deel 6. Opleiding kpl. Elmnt 1964-1965
Deel 7. Test katapult Portsmouth 1967
Deel 8. September 1967
Deel 9. De laatste reis in 1968
Deel 10. De Doorman verlaat voorgoed Den Helder.

 

Gedurende mijn vaar periodes aan boord van Hr.Ms. Karel Doorman zijn verschillende buitenlandse havens aangedaan. In de totale vaar periode van de Doorman heel veel havens. Zie hiervoor de afzonderlijke pagina's “Reizen & havens” met een overzicht van alle havens met foto's.
De haven bezoeken waren welkome afwisselingen na een verblijf op zee, met slechts het panorama van zee, horizon en lucht. Ook even verpozen buiten de kleine en volle slaap verblijven, met hun eentonige wanden zonder enige opsmuk, was ook een verademing.
Sommige haven plaatsen boden tal van vertier, in andere was dit ver te zoeken. Verder waren er steevast de sportwedstrijden en veelal excursies in de omgeving van de havenplaats of juist naar grotere steden daar in de buurt.

Vooral in de kleinere haven plaatsen in Schotland, bleef er niet veel over dan de schoonheid van de natuur. Deze was in twee categorieën te verdelen. De 1e was de natuurlijke schoonheid van het land en de 2e was die van haar vrouwelijke bewoonsters. Er zijn vele contacten gelegd en ik denk dat er ook menige relatie is ontstaan. Het zou wel aardig zijn om achteraf te weten hoeveel “jantjes” een huwelijk hebben gesloten met een buitenlandse vrouw, die men heeft ontmoet op een der smaldeel reizen. Dat aantal zullen we echter wel nooit meer achterhalen.

Ook het cafetaria verruilen voor een plaatselijke eetgelegenheid was vaak de moeite meer dan waard. Maar met het “katje” (salaris) en havengeld van toen moest men toch voorzichtig omspringen. Ook toen al had een maand gemiddeld slechts 30 dagen. Gelukkig hadden we altijd nog ons drijvende botel Hr.Ms. Karel Doorman, met volpension, bij de hand.
Vele haven plaatsen werden meerdere keren bezocht en je raakte er soms een beetje thuis. De overige schepen van het smaldeel deden soms andere havens aan dan de Doorman. In dit verhaal en ook in het overzicht beperk ik mij tot de havens welke zijn aangedaan door de Doorman zelf. Invergorden had de bijnaam van een 2e Nieuwe-Diep, de haven van Den Helder. Winnaar over de toaatl 20 jaar is echter Willemstad op Curaçao met 10 maal. Op een gedeelde tweede plaats met 9 maal volgt dan inderdaad Invergorden maar ook Gibraltar.
In Nederland was onze thuishaven Rotterdam en later Den Helder. Amsterdam was na de grote verbouwing in 1958 niet meer bereikbaar. Door het nieuwe hoekdek konden de sluizen bij IJmuiden niet meer geslecht worden door de Doorman. Vele opvarenden van de Doorman stonden ingeschreven in het bevolkingsregister van 's werelds grootste haven, Rotterdam. Zoals ik al eerder schreef is het heel jammer dat onze “Dikke Boot” niet als museumschip in deze havenstad ligt afgemeerd. Ik zal mij nu verder beperken tot de havens welke ik zelf heb aangedaan.

 

Voor het eerst naar zee.

Mijn eerste buitenlandse haven was Portsmouth in 1962. Een belangrijke marinehaven van de Engelse marine, gelegen aan het Kanaal nabij het eiland Wight. In de haven van Portsmouth ligt ook afgemeerd HMS “Victory”, het vlaggeschip van de Engelse admiraal Horatio Nelson. Aan boord van de “Victory” sneuvelde Nelson in 1805 bij gevechten ter hoogte van Kaap Trafalgar tegen de Frans-Spaanse vloot. De plaats aan boord waar hij sneuvelde wordt aangegeven door middel van een plaquette op dek. We lagen toen in de haven van Portsmouth voor het testen van de katapult.

Vanuit Portsmouth kon een dagtrip naar Londen worden gemaakt. Hier konden bezoeken worden afgelegd aan onder andere het aflossen van de wacht bij Buckingham Palace, de Westminster Hall, de Big Ben, het Houses of Parliament, de Tower of Londen en de Tower Bridge, Trafalgar square met een beeld van voornoemde Nelson en het Piccadilly Circus. Mooie indrukken van mijn eerste bezoek aan Londen. Deze reis duurde slechts 12 dagen, maar een begin was gemaakt.

 

De eerste echte reis.

Hierna in oktober/november 1962 mijn eerste echte reis, met de Doorman als vlaggeschip van het smaldeel 5, naar de Middellandse Zee met haven plaatsen als Gibraltar, Istanboel, Piraeus, de havenplaats van Athene en op de terugreis Lissabon. Op deze reis een aantal malen afgemeerd en een aantal malen voor anker gegaan. Een boeiende reis met natuurlijk de “tjot” van Gibraltar op, met een prachtig uitzicht over de haven, met daarin de start- en landingsbaan van het vliegveld. Uiteraard ook een bezoek aan de apen, behorende bij de vaste bewoners van de rots. Vanuit Gibraltar samen met de onderzeebootjager Rotterdam en de ingescheepte Marinierskapel richting Istanboel in Turkije. Hierbij passeerden we de werkende vulkaan Stromboli. Werden we onthaald op een demonstratie door de Marinierskapel op het vliegdek. Een mooie show waarvan de bemanning van de Rotterdam ook kon meegenieten, omdat deze naast de Doorman kwam varen. Zie hiervoor ook de fotopagina “Marinierskapel aan boord”.

(foto 0759)

Hierna passage van de Straat van Messina, waarbij we de kusten van zowel Sicilië als Calabrië konden bewonderen. Vele kleine bootjes kwamen naast ons varen met daarin ook kinderen die alle moeite deden om maar iets te krijgen. Ook enkele handelaren probeerden hun waar te slijten. Ik weet niet zeker meer of daar toen ook jongens in het water doken, om in zee gegooide munten op te duiken.

De marinierskapel was ook op het vliegdek aanwezig bij een ceremoniële kranslegging in de Dardanellen op de plaats waar in het verleden de Turkse onderzeeboot “Dumplinar” met man en muis was vergaan. Hierna voor anker op de Bosporus in het vroegere Constantinopel, het hedendaagse Istanboel. We lagen voor anker ter hoogte van de Dolmabahce Camii (moskee). Ook bij het Nationaal Monument in Istanboel werd door de commandant een krans gelegd. Na vertrek uit Istanboel werd koers gezet naar Piraeus, de havenstad van Athene. Hier werd uiteraard een bezoek gebracht aan de vele oudheden in Athene, waaronder de Acropolis.

Tijdens vele haven bezoeken werd ten behoeve van kinderen een speeltuin opgebouwd op het vliegdek, compleet met draaimolen. Zie hiervoor ook de pagina “Speeltuin aan boord” onder algemeen van R81 1958-1968. Op de terugreis naar Nederland werd nog voor anker gegaan op de Taag in Lissabon. Ook een mooie stad met veel prachtige erfenissen uit het rijke verleden van zeevarend en wereld verkennend Portugal. Na vertrek uit Lissabon stoomden we op naar onze thuishaven(s) voor het vieren van de Kerst en Oud en Nieuw. Een mooie reis van 45 dagen.

 

Deel 1.

In februari 1963 werd door het smaldeel 5 koers gezet naar de Canarische eilanden. In deze periode van het jaar een aangename omgeving. In Nederland was het die winter zeer koud. Er waren zelfs periodes bij waarbij ik niet met de veerpont van het eiland Goeree en Overflakkee naar Hellevloetsluis kon overvaren. Op de site opnames uit die periode van een ijsbreker die voor de veerpont uitvoer en een opname van zonnebaden op het vliegdek van de Doorman in de omgeving van de Canarische eilanden. Een reis echter met veel pech. Op 31 januari 1963 crashte een helikopter en kwam de bemanning in zee te liggen. Een tweede helikopter wilde een reddingsoperatie uitvoeren. Met hoge snelheid, neus naar beneden en staart omhoog, daalde hij af naar de plaats des onheil.

Daar aangekomen ging hij in de “rem”, daarbij de neus omhoog en de staart naar beneden. De staart raakte het water en langzaam zakte ook deze heli in zee. Op afstand zag je enkele oranje poppetjes in het water springen. Een tweede helikopter bemanning lag nu ook in zee. Alle bemanningsleden zijn uit zee gered, maar de 2 heli’s zijn verloren gegaan.
Las Palmas was tijdens deze reis een van de havens. Wat vooral is bijgebleven van die reis is het strand aan de baai van Las Palmas, de heerlijke en goedkope wijn, waar je al snel verraderlijk te veel van dronk. Dat had je pas in de gaten als je vanaf de barkruk weer met beide benen op de grond wilde staan. Dit was voor sommige zeebenen toch te veel van het goede. Een bewegend schip is toch iets geheel anders dan een bewegende stad.

Voor enkele nichtjes in het koude Nederland hier de bekende loop poppen aangeschaft. Alleen al door de omvang van de dozen bracht je een echt cadeau mee. Ook de onderzeebootjagers waren deze reis niet gelukkig, veel technische problemen om de vaart erin te houden. Verder was tijdens deze reis de havenplaats Brest vier maal achtereen onze pleisterplaats.

Er waren verschillende hobby’s onder opvarenden en één daarvan was het verzamelen van verschillende bierglazen. In Brest kregen kennelijk vele opvarenden de smaak van deze hobby te pakken.
Na enkele bezoeken kreeg je bier uit bekers omdat de glazen wel heel erg schaars waren geworden. Ik weet nog dat ook ik zo mijn verzameling bijeen had gesprokkeld. Het toeval wilde dat er in die tijd een grote kermis was in Brest. Ook de botsauto’s ontbraken niet. Het gebruik van dit vertier is, met je zakken vol glazen en de inhoud van een aantal glazen in je maag, beslist af te raden. Zie na afloop van de ritten alle scherven maar weer uit je zak te krijgen en daarbij je vingertoppen heel te laten. Geen verzameling maar wel weer een ervaring rijker.

 Nu we het toch over glazen hebben, herinner ik mij een janmaat aan boord van het wachtschip Drebbel, die bierglazen fijn kauwde met z’n kiezen maar met uitzondering van de bodem. Ja over smaak valt niet te twisten. Was kennelijk op de hoogte van de stelling “zand schuurt de maag”.
In de omgeving van Brest veel slecht weer gehad. Dit had tot gevolg dat de “Bridle Catcher” of stroppenvanger door een hoge golf op het vliegdek klapte en daarbij beschadigd raakte. Ook de beplating van een “catwalk” aan bakboord voor, een gangpad naast het vliegdek, raakte beschadigd. Ook een van de jagers liep zware stormschade op.

In een café in Brest kennis gemaakt met een soort jukebox met daarop een beeldscherm. Je had dan beelden bij de muziek. Ik herinner me als titel van het nummer wat afgespeeld werd  'The Loco-Motion', waarbij een film van een rijdende locomotief werd vertoond
 

Na 58 dagen zat ook deze reis er weer op. 

 

Deel 2.

In mei 1963 ging de reis naar zeer bekent gebied voor de Doorman. Namelijk de bekende oefengebieden van Schotland, waaronder de Moray Firth. Voor mij de eerste kennismaking met Invergorden. Een klein plaatsje aan de Cromarty Firth, een vaak gebruikte ankerplaats voor het smaldeel en dus ook voor het vlaggeschip. Onder andere een bezoek gebracht aan Inverness de grootste plaats in de Hooglanden. In dit gebied ligt ook het bekende meer van Loch Ness. Een prachtige natuur maar verder weinig vertier. Na de oefeningen in de Moray Firth afgerond te hebben stoomden we op in de richting van Götenburg in Zweden, hierbij het Noordelijk deel van de Noordzee overstekend.

In de haven van Götenburg kwam de Doorman op de boeien te liggen. Ook hier werd op het vliegdek de speeltuin weer ingericht voor een grote groep kinderen. In het openbaar vervoer van Götenburg wederom tot de ontdekking gekomen dat er overal Nederlanders zijn en die dus verstaan, wat de “jantjes” onderling bezig houdt. Dit ook al ondervonden in Londen.

Na het bezoek aan Zweden weer richting Rotterdam. Hierna ging de reis naar de andere kant van Schotland en wel naar Greenock, gelegen aan de Firth of Clyde. Dit is in de omgeving van Glasgow. In Greenock afgemeerd aan de kade. Aldaar lagen we op 2 juni 1963 gepavoiseerd daar dit de jaardag is van de kroning van Koningin Elisabeth. Het afscheid in Greenock viel velen heel zwaar. In enkele dagen tijd waren heel innige banden gesmeed met de plaatselijke bevolking, met name van het vrouwelijk geslacht. Het viel niet mee om de laatste keer de valreep op te lopen. Ook dit gebeuren is op de gevoelige plaat vastgelegd en te zien op de foto pagina's van Greenock onderdeel van “Reizen & havens”.

De volgende pleisterplaats was voor anker nabij Moville in Ierland. De andere schepen van het smaldeel voerden verder naar Londonderry. Hier kwamen we nog een tweede keer terug tijdens deze reis. Ik dacht me te herinneren dat er in Londonderry minder prettige gebeurtenissen zijn voorgevallen, zoals verschillende vechtpartijen. Voor we weer op Holland afstevenden lagen we nog voor anker in Mounts Bay nabij Penzance.
Duur van deze reis 67 dagen.

 

Deel 3.

Na de zomervakantie van 1963 ging het wederom naar de Schotse wateren. En weer werden de inwoners van Invergorden opgezadeld met het Nederlandse smaldeel. Na intensief oefenen was er weer even tijd voor ontspanning en ging de Doorman voor anker nabij Rosyth. Hier werden de nodige bezoeken afgelegd aan de stad Edinburgh. Een stad met weer veel historie met als dominant middelpunt het Edinburgh Castle met uitzicht op het centrum van de stad.
Op deze reis was de laatste haven het veel bezongen Kopenhagen. Ook hier weer veel belangstelling door de Denen voor het Nederlandse vliegkampschip, afgemeerd aan de Lange Linie. Uiteraard ook even een kort onderhoud gehad met de meermin van Kopenhagen, zittend op een rotsblok langs de Sont. De stad ook van het bekende pretpark “Tivoli”.
Een reis van 60 dagen was voorbij.

 

Deel 4.

In 1964 was de eerste de beste reis een van de mooiste uit mijn tijd bij de marine. Deze reis voerde namelijk naar de Nederlandse Antillen en andere Caribische eilanden. De eerste haven was natuurlijk de meest bezochte haven van Hr.Ms. Karel Doorman, namelijk Willemstad op Curaçao. Nadat de bekende pontjesbrug voor ons was open gevaren, want zo werkt die brug, voerden we tussen de stadsdelen Punda en Otrobanda door naar het Schottegat.

Daar meerden we af aan de pier met aan de overzijde daarvan de drie Nederlandse jagers Hr. Ms. Friesland, Drenthe en Amsterdam. We hebben op deze reis meerdere keren afgemeerd gelegen in het Schottegat. Voordeel was het tropenrooster waarbij je in de middag vrij was. Heel vaak was het dan een pak koude poeroet (chocolademelk) kopen op de kade en in de truck naar het marine zwembad. Er werd daar heel wat gesnorkeld om te genieten van het kleurrijke onderwater leven aldaar. Aruba zal ook niet snel worden vergeten. Zoals bij het maken van een foto van de natuurlijke brug. Zit je net scherp te stellen en komt de zee je welkom heten. Gelukkig hielp de zon bij het drogen.

(foto 4775) De wagentjes met ‘poeroet’ en de trucks voor vervoer naar het zwembad.

Ook Oranjestad en zeker ook niet Sint Nicolaas zullen snel vergeten worden. Deze Sint heeft niets te maken met pepernoten. Op deze reis zijn heel wat straffen uitgedeeld voor te laat aan boord terugkeren van passagieren. Ook dat is mijn deel geworden na een hachelijke reis van Sint Nicolaas terug naar Oranjestad. Ik heb niet helder meer, ook toen niet, hoeveel jannen er in een auto kunnen. We kregen in ieder geval een lift terug. Ik weet niet zeker meer of die alle portieren nog had die er van fabriekswege ingezet waren, maar zeker een ontbrak. Gelukkig was de weg breder dan wij en ook de chauffeur, dachten dat hij was. De overgang van weg naar berm en nog verder was nihil. Toen we later op appel stonden wist ik in ieder geval dat we het gered hadden, al was het veel te laat.

Zo waren er meer havensteden die ik niet meer vergeet, zoals Fort de France op Martinique, een armoedig en vies geheel tussen alle pracht van de natuur. En er was San Juan op Puerto Rico met een indrukwekkende aanloop naar de kade waar we af meerden.

Als laatste haven voor we weer in Holland arriveerden, lagen we afgemeerd aan de kade in Funchal op het eiland Madeira. Een prachtige kleurrijke stad met veel bloemen. Ik herinner me nog een busexcursie waarbij we gekleed waren in kort wit. Dat wil zeggen wit marine T-shirt, korte witte broek en witte kousen tot onder de knie. In de stad was het warm en de ramen van de bus stonden open. De bus ging steeds hoger en hoger en het ene na het andere raampje werd dicht gedraaid. We hadden ook de grootste lol om de bewoners die langs de weg liepen met een soort van berenmuts op, kompleet met oorkleppen. Op een gegeven moment was er een pitstop en mochten we uit de bus. Iedereen wist niet hoe snel hij naar binnen moest vanwege de gure kou. Plotseling was duidelijk waarom de bewoners van een subtropisch eiland berenmutsen droegen. Na een reis van 92 dagen, was het tijd voor de zomervakantie in Nederland. Nagenieten met een glaasje wijn en op de achtergrond het liedje van Ted de Braak “een glaasje Madeira, my dear”. Dit bleek achteraf mijn langste en ook mijn mooiste reis met Hr.Ms. Karel Doorman.

Na het zomerverlof een oefenreis van 34 dagen waarbij alleen de haven van Plymouth werd aangedaan.

 

Deel 5.

Eind 1964 de laatste reis voor ik naar de korporaalsopleiding in Amsterdam zou gaan. Deze reis voerde weer naar de Canarische eilanden. Hierna bezoeken aan zowel Gran Canaria als Tenerife, met als havenplaatsen het eerder bezochte Las Palmas en voor de eerste keer Santa Cruz. Het was wederom genieten van deze omgeving met de nodige zonne uurtjes, om aan het kleurenschema te werken. Na deze eilanden maakten we ons op voor een bezoek aan Casablanca in Marokko. Een bijzondere ervaring in een geheel andere cultuur. Een belangrijk ruilmiddel waren hier de taxfree sigaretten die we aan boord konden kopen. Uiteraard werd er gesleept met menige poef en/of kamelen zadel. Bijzonder voor mij waren ook de mannen in wijde mantels met capuchon. Ook de thee verkopers waren zo gekleed. Tot op een gegeven moment deze een tijdje op z’n hurken ging zitten. Toen hij weer verder liep had hij wat achtergelaten. Dat was echter geen plas thee, maar mogelijk wel een afgeleide daarvan. Ook hebben velen zich vermaakt bij het buikdansen, dit is onuitwisbaar vastgelegd door de fotodienst aan boord van de Doorman.
Deze reis duurde 45 dagen.

 

Deel 6.

Na deze reis kwam er weer een periode van studeren aan de TOKM in Amsterdam. Een echte school die ook niet ontbreekt op de site schoolbank.nl. Het was weer een periode van vaste tijden en regelmaat. Er was nu zelfs weer tijd om met een aantal maten dansles te gaan nemen. We hadden hiervoor een dansschool uitgekozen in de buurt van Kattenburg op de Plantage Middenlaan, in de buurt van Artis. Het werd echter geen beestenboel hoor. Dit even los van het feit dat je op zo’n eerste les wel voor aap staat.
En zoals velen voor mij (en ook na mij), ontmoet je daar dan het meisje dat later je vrouw en moeder van je kinderen wordt. Waar zo’n foxtrot en 'meeslepende muziek' al niet toe kan leiden.
Na met succes de opleiding te hebben afgerond weer opnieuw naar Hilversum voor de kaderopleiding. Juist in een niet al te warme periode mochten we hierbij leuke oefeningen doen in een buitenzwembad in de omgeving van Hilversum. Verschillende maten hebben het dan ook niet droog kunnen houden. Zie ook de foto pagina's mbt 'Opleidingen'.

Na deze schooltijd was het echter nog niet echt varen geblazen. Ik werd weer geplaatst aan boord van Hr. Ms. Karel Doorman in Den Helder. De reis die in het verschiet lag was van Den Helder naar Rotterdam. We gingen voor een jaar naar de werf van Verolme op Rozenburg, waar we onder andere een dokbeurt ondergingen. Over de werfperikelen al eerder geschreven, dat waren beslist niet de leukste periodes.

 

Deel 7.

Na dit onderhoud was het in 1967 eerst weer proefvaren en later een korte reis naar Portsmouth voor het testen en inschieten van de stoomkatapult. Hiervan een fotoserie gemaakt waarbij de bekende dikkerds, de dummy’s “Jill” en “Edna” weer betrokken waren. Zie de foto pagina's 'Testen katapult'. Na veel afvuren en weer omhoog hijsen van de 'dummy's voldeed de katapult weer aan de vereiste veiligheidsnorm. Bij de volgende oefenreizen konden de vliegers zich weer kwalificeren. Maar eerst was er nog het zomerverlof 1967.

 

Deel 8.

Op de volgende reis in september 1967 werden twee reeds bekende havens aangedaan. Op de eerste plaats Lissabon en als tweede Gibraltar. Op deze reis bestond het smaldeel uit maar liefst 11 schepen. In de haven van Gibraltar was dan ook heel veel rood-wit-blauw waar te nemen. In de haven van Gibraltar ook enkele buitenlandse schepen gefotografeerd, welke uit deze haven vertrokken of binnen kwamen. Dit waren op of omstreeks 20 september 1967 een Frans fregat (F778 “Le Vendéen” 1960-1981) en een Franse onderzeeboot (S647 “Minerve”).

(foto 1141)  Vertrek Franse onderzeeboot Minerve vanuit Gibraltar.

Later een krantenbericht onder ogen gekregen met daarin het nieuws over een verdwenen Franse onderzeeboot nabij Toulon. Achteraf bleek dit dezelfde onderzeeboot te zijn, welke ik eerder in Gibraltar had gefotografeerd met een deel van de bemanning aan dek tijdens meerrol. Het betrof hier dus de Franse onderzeeboot “Minerve” met nummer S647, welke op 27 januari 1968 met 52 opvarenden is vergaan. Blijkens berichten is het wrak van deze onderzeeboot nooit meer terug gevonden. Kan de negatieven helaas niet meer vinden, terwijl de foto’s destijds zijn afgedrukt op fotopapier dat niet glad was en nu problemen geeft bij scannen, waardoor de scherpte te wensen overlaat.
Deze reis duurde 40 dagen.

In november 1967 werd de haven van Toulon bezocht. Een van de mogelijkheden voor ontspanning en cultuur was een excursie naar St. Tropez. In deze tijd van het jaar erg rustig en vele zaken hielden hun deuren gesloten. In de marinehaven van Toulon lagen de vier onderzeebootjagers gezusterlijk naast elkaar afgemeerd. Het smaldeel waaierde later uit over verschillende havens. De Doorman behoorde bij de groep welke Barcelona aandeed. Haven- en hoofdstad van Catalonië. Bij velen een bekende stad met vele bezienswaardigheden, zoals de oude binnenstad (Ciutat Vella) met zijn  netwerk van oude smalle straatjes en steegjes. Op vele gevels oude tegel tableaus, onder andere voor de straatnamen. De gotische wijk met prachtige kathedralen. In het Poble Espanyol op de berg Montjuïc was een dansfestijn met folklore dansen en de daarbij behorende Spaanse klederdracht. In dit museum stadje komen alle Spaanse culturen en bouwstijlen samen. Het zag er zwart-blauw-wit van de “jantjes”. Tijdens deze reis kreeg het smaldeel bezoek van ZKH Prins Bernhard. Ook aan deze reis kwam na 38 dagen weer een eind. Tijd voor winter verlof en de Kerstviering van 1967.

 

De laatste reis onder Nederlandse vlag.

Begin 1968 werd weer uitgevaren en ging het wederom richting zuiden. Ik denk dat iedereen tevreden was met deze bestemming, omdat we de zon weer gingen opzoeken. Ook deze reis was voor wat betreft de havens geen verrassing. Ook nu waren het weer oude bekenden zoals Las Palmas, Santa Cruz en Gibraltar. Wat niemand wist en onmogelijk kon vermoeden, was dat dit de laatste reis van Hr. Ms. Karel Doorman zou worden in dienst van de Koninklijke Marine en als vlaggeschip van smaldeel 5.
Op 15 maart 1968 werd ook een feit, dat de laatste S-2A met nummer 161 door de katapult van boord werd geschoten. De laatste S-2A vlieger die de Doorman vliegend verliet was J.J.P. Quere. Als laatste heli vertrok de HS-34J met nummer 135 en helikopterpiloot ltzv 1 H.R. Moquette. Twee branden in de machinekamers van Hr. Ms. Karel Doorman betekende dat jaar haar einde in Nederlandse dienst. Deze laatste reis duurde 52 dagen en de laatste buitenlandse haven was Gibraltar. Een van mijn eerste havens bleek tevens de laatste

 

De Doorman verlaat Den Helder.

Staand aan boord van Hr.Ms. Neptunus, vernoemd naar de “god van de zee”, nam ik afscheid van mijn Doorman. Getrokken door sleepboten verliet Hr.Ms. Karel Doorman voor de laatste maal de marinehaven in Den Helder. Langzaam verdween ze uit mijn zicht op weg naar Rotterdam, voor reparatie op de werf van Wilton-Fijenoord.

Na enige tijd kreeg ik de opdracht om me weer aan boord van de Doorman te begeven. Ik was ondergebracht op het wachtschip Hr. Ms. Drebbel en we werden vanaf dit wachtschip elke dag over gevaren naar de Doorman. Aan boord van de Drebbel heb ik de lekkerste rijsttafel gegeten uit mijn marine tijd. Sommige dingen vergeet je gewoon niet meer. Een leuke tijd gehad aan boord met een kerngroep Nederlandse marinemensen.
Er werden ook steeds meer Argentijnse marinemensen overgevlogen naar Nederland. Ook werd er eigen materieel vanuit Argentinië overgebracht naar Nederland.
Dat heeft een keer geweldig op de lachspieren gewerkt. Dat was toen er bezems aan boord werden gebracht. Wij kennen ze als het vaste vliegmiddel voor heksen. Een lange stok met samengebonden takken aan het eind. Ik dacht nog even zullen er dan geen vliegtuigen meer aan boord komen.

Ook werd er kennis gemaakt met materieel aan boord van de Doorman. Enkele Argentijnse collega’s, kennelijk de zon missend, gebruikten een tijdlang infrarood lampen. Vonden het gek dat ze maar niet bruin werden. Hoorde ze echter nooit over spierpijn klagen. Met Engels, een enkel woordje Spaans en wat handen- en voetenwerk werd er gecommuniceerd. Heb een tijdlang aan boord samengewerkt met een Argentijnse officier van de technische dienst. Er valt best veel uit te leggen over de vele technische aspecten van een vliegkampschip. Ook aan deze werfperiode kwam weer een eind en gelukkig ook aan het elk weekend reizen van Den Helder naar Rotterdam vv.

Hierna geplaatst aan boord van Hr.Ms. Soemba, afgemeerd liggend in Den Oever en basis voor de duikers opleiding. Vanaf dit schip, na een laatste keuring, uit gerouleerd en de marine met eervol ontslag verlaten. Een eerste kennismaking met de maatschappij na mijn schooltijd, waar ik achteraf beslist geen spijt van heb.

Steven Visser.

 

Terug naar index anekdotes

 

[Home] [Indeling site] [Welkom aan boord] [QH-1 '46-'48 index] [R81 '48-'55 index] [R81 '58-'68 index] [Bemanning index] [Anekdotes index] [Herinneringen en anekdotes deel 1] [Mijn reizen en havens.] [Opleidingen index] [Vliegdienst index] [Reizen & havens index] [Gebeurtenissen] [Gastenboek] [Contact]